-
1 zich baseren
гл.общ. опираться, основываться, исходить (op-из чего-л.) -
2 baseren
1 [+ op][doen steunen] baser♦voorbeelden:een mening baseren op • asseoir une opinion surII 〈wederkerend werkwoord; zich baseren〉1 [+ op][steunen op, uitgaan van] se baser (sur) -
3 baseren
♦voorbeelden:1 dat is daarop gebaseerd dat … • that rests on …II 〈wederkerend werkwoord; zich baseren〉♦voorbeelden: -
4 appuyer
appuyer [aapŵie.ee]1 steunen ⇒ leunen, rusten2 drukken♦voorbeelden:1 appuyer contre le mur • leunen, steunen tegen de muurII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:appuyer une affirmation sur de bons arguments • een bewering op goede argumenten baseren1. v1) steunen, leunen, rusten2) beklemtonen5) baseren6) ondersteunen7) drukken (op)2. s'appuyerv1) steunen (op), leunen (op) -
5 baser
baser [baazee]1 zich baseren (op) ⇒ uitgaan (van), zich beroepen (op)1. v( sur) baseren (op)2. se baser (sur)v( sur) zich baseren (op), uitgaan (van) -
6 fonder
fonder [fõdee]1 stichten ⇒ oprichten, instellen♦voorbeelden:fonder ses espoirs sur • al zijn hoop vestigen opv1) stichten, oprichten2) baseren (op) -
7 go on
doorgaango on1 voortgaan/duren 〈 ook figuurlijk〉 ⇒ doorgaan (met), aanhouden3 verstrijken ⇒ verlopen, voorbijgaan7 schelden ⇒ uitvaren, tekeergaan♦voorbeelden:1 he went on to say that • hij zei vervolgens/voegde er nog aan toe dat5 what's going on? • wat is er aan de hand?what goes on? • wat scheelt je?, wat is er?be going on for eighty • tegen de tachtig lopengo on (with you)! • ach man!, ga toch fietsen!II 〈werkwoord + voorzetsel〉1 zich baseren op ⇒ afgaan op, zich laten leiden door♦voorbeelden:————————go onbesteed worden/gespendeerd worden aan————————go on -
8 étayer
étayer [eetejjee]1 (onder)steunen ⇒ schragen, stutten -
9 go by
voorbijgaan, passeren; zich laten leiden door; bepaald worden doorgo by2 verstrijken ⇒ verlopen, aflopenII 〈werkwoord + voorzetsel〉1 gaan langs/voorbij♦voorbeelden:nothing to go by • niets om op voort te gaan -
10 find one's feet
aanpassingsvermogen hebben, zich aanpassen; zich baserenbeginnen te staan/lopen 〈 van kind〉; op eigen benen kunnen staan -
11 stützen
-
12 исходить
vgener. aftreden (местность), doorgaan, doorlopen, zich baseren (op-èç ÷åãî-ô.) -
13 опираться
vgener. dragen, leunen, rusten, steunen, aanleunen, zich baseren -
14 основываться
v -
15 reliance interest
het zich baseren op speciale gerechtelijke toestand -
16 état
état [eetaa]〈m.〉2 staat ⇒ lijst, register3 stand ⇒ status, positie♦voorbeelden:état d'âme • gemoedstoestandétat d'esprit • geestesgesteldheidétat de fait • feitelijke situatiel'état de la maison • de staat waarin het huis verkeertétat de santé • gezondheidstoestandétat de siège • staat van belegétat actuel de la science • huidige stand van de wetenschapl'état général • de algehele toestandson état général • zijn algehele gesteldheidla réalité à l'état brut • de naakte werkelijkheiddans cet état de choses • in die omstandighedenêtre dans l'état de nature • naakt zijnêtre dans tous ses états • in alle staten zijnêtre dans un état second • in een droomtoestand verkerenêtre en état de • in staat zijn omen état de guerre • in staat van oorlogen bon état • in goede staatmettre en état • gereedmakenremettre en état • herstellenlaisser en l'état • in de oude staat latenun appareil en état • een apparaat in goede staaten état d'ivresse • in staat van dronkenschapen tout état de cause • in ieder gevalêtre hors d' état de • niet in staat zijn ommettre qn. hors d' état de nuire • iemand onschadelijk makenétat de service • staat van dienstétat civil • burgerlijke standprocéder à un état de l'inventaire • inventaris opmakenil est avocat de son état • hij is van beroep advocaatfaire état de • zich baseren op, melding, gewag maken van1. m1) staat, toestand2) staat, lijst, overzicht3) stand, status, positie2. mstaat, rijk -
17 faire état de
faire état dezich baseren op, melding, gewag maken van -
18 исходить
vgener. aftreden (местность), doorgaan, doorlopen, zich baseren (op-èç ÷åãî-ô.) -
19 опираться
vgener. dragen, leunen, rusten, steunen, aanleunen, zich baseren -
20 основываться
v
Страницы
- 1
- 2